Head Gland Disease / Puppie Strangles
Gelukkig komt deze ziekte
weinig voor. Helaas heeft dat ook tot gevolg dat de ziekte niet altijd direct
door de fokker en/of de dierenarts herkend wordt. Vaak wordt in de eerste
instantie aan Demodex gedacht.
Demodex wordt veroorzaakt door Demodex canis, een mijt, welke aantoonbaar is bij
microscopisch onderzoek. Meestal wordt slechts één pup uit het nest ziek. Er
zijn geen redenen om aan te nemen, dat de ziekte erfelijk is of te wijten zou
kunnen zijn aan een gebrek aan hygiëne bij de opfok van de pups. Eveneens wordt
tot nu toe aangenomen, dat de ziekte niet besmettelijk is.
|
Hieronder volgt een uiteenzetting over de ervaringen van een aantal fokkers met Head Gland Disease. Ze benadrukken elk, dat bij niet tijdig herkennen en daardoor niet adequaat behandelen van deze ziekte deze snel kan verergeren. Eén van de patientjes liep daardoor blijvend letstel op aan haar snuitje en gebit.
1. De eerste symptomen, oorproblemen, traden op doen de pup elf weken oud was. De dierenarts vermoedde oormijt of eczeem en schreef een doorvoor geëigend geneesmiddel voor. Omdat twee weken naderhand nog geen verbetering opgetreden was werd een kweek gemaakt.
Inmiddels waren ook de
oogranden, neus, kin en de omgeving van de vulva ernstig aangetast. De kweek
bracht een infectie door Bèta Haemolytische Staphylococcen en Bèta Haemolytische
Coli aan het licht.
De pup kreeg passende antibiotica voorgeschreven. Reeds na enkele dagen was
verbetering merkbaar. De dierenarts gaf de volgende verklaring : Deze ziekte
komt bij meerdere rassen voor . Door verminderde weerstand tegen genoemde
ziekteverwekkers krijgen deze de kans zich ongebreideld te vermeerderen . De
verminderde weerstand kan deels veroorzaakt worden door ene min of meer defect
afweersysteem of een slechte conditie.
2. De eerste symptomen traden op toen de pup bijna negen weken oud was. Ze bestonden uit schudden met het hoofd en krabben aan de oren.De dierenarts nam aan dat het oorontsteking was. De pup reageerde niet op de behandeling. Na enkele dagen ontstonden zachte verdikkingen onder de huid. Deze veroorzaakten pijn, waardoor de pup ook minder goed kon of wilde lopen. Ze barstten na verloop van tijd open en bleken pups te bevatten. Een nieuw onderzoek volgde.
De daaruit voortvloeiende voorgeschreven behandeling bestond uit: Vibravet-/Doxycicline, Synolox tabletten, oogdruppels en oordruppels, Hydrocortiderm voor de aangetaste plekken en Swedenkruiden voor het uitwassen van de wonden. Na veertien dagen volgde nog geen duidelijke verbetering. Een kweek toonde Haemolytische Streptococcen aan, hetgeen de dierenarts verraste. Hij had aangenomen dat er Staphylococcen gevonden zouden worden. Een nieuwe behandeling volgde, nu met Antibrobe Aquadrops, druppels voor oraal gebruik. Er mocht geen zalf meer op de wonden, wel werden ze gewassen met afgekoeld gekookt water. Nu begon het genezingsproces. De onderhuidse pusopeenhopingen verdwenen vaak zonder open te barsten. Antirobe Aquadrops ( Upjohn) bevat clindamycine. De pup is uiteindelijk geheel genezen. In totaal heeft dit zes weken geduurd.
3. Toen de pup ziek werd was hij vijf weken oud. De eerste dag viel op dat hij minder actief was. De tweede dag werd hij kreupel aan een achterpootje. Tevens ontstonden er blaasjes op de oogomrandingen. Een paar uur later waren zijn ogen, oren en mond gezwollen en met blaasjes bedekt. De derde dag had de pup een dikke knobbel onder zijn oor, achter de kaak. Later bleek, dat dit een opgezette lympheklier was. Zijn temperatuur was toen 40gr. C. De pup kreeg Ampicilline 50 mg., 2x dgs één tablet. De oren, ogen en mond moesten behandeld worden met oogzalf , Chloramphenicol. Weer twee dagen later was de pup alleen zieker geworden, hij reageerde niet op de behandeling. Deze werd gewijzigd, de pup kreeg toen het antibioticum Synulox, 2 x dgs een tablet en een “pepmiddel”, eveneens dagelijks. Ook werd er bloed afgenomen voor laboratoriumonderzoek. De uitslag hiervan was : De lever-en nierfuncties zijn goed. Wel werden veel leukocyten in het bloed aangetroffen, wat enerzijds op een bacterie wees en anderzijds ook op een virus. De dierenarts vond dat de symptomen aan het hoofd op een soort virus en de lympheklierknobbels, die later abcessen worden, op een bacterie wezen. De volgende dag kreeg de pup naast Synulox ook Linco- Spectin (=Lincomycin) . Op hetzelfde adres lag op dat moment een tweede nest, waarin nu ook een pup kreupel werd. Direct werd Synulox gegeven. De volgende dag liep deze pup weer goed.
Op de opgezette halsklieren
werden compressen gelegd van Sweden-kruidenelixer , hetgeen verlichtend werkte.
De pup at slecht.De volgende dag braken veel
abcessen door, deze abcessen moesten vier à vijf maal per dag doorgeprikt en
uitgedrukt worden en vervolgens uitgewassen met Swedenkruiden. Ze kwamen overal
op zijn lichaam voor en stonden met elkaar in verbinding.
Als men het kruidenelixer door het éne gat naar binnen spoot, kwam het door de
omliggende gaten naar buiten. De pup was te zwak om te staan, dat deed hij
alleen en met veel moeite om te plassen.
Hij moest warm gehouden worden met behulp van kruiken en dekens. Na anderhalve week het pepmiddel per injectie te hebben toegediend, ging men over op een tabletvorm. De pup liep voor het eerst weer even door de kamer. Men kreeg hoop dat hij in leven zou blijven, vooral toen hij zijn mensen op een ochtend opgewekt begroette en hiervoor zelfs uit zijn doos geklommen was.
De temperatuur schommelde
gedurende zeventien dagen tussen de 39.0 en 39.7 C.. Door de medicijnen ging de
temperatuur met pieken naar beneden. Op die momenten wilde de pup wel een beetje
eten. Afgestemd op zijn gewicht moest hij 100 cc vocht per dag naar binnen
krijgen om te overleven. Na die zeventien dagen ging de temperatuur naar beneden.
De meeste abcessen waren nu leeg en veranderden in gapende wonden. Zolang de
abcessen in rijping waren, bleef de temperatuur hoog. De pup heeft zo’n honderd
abcessen gehad, grote en kleine.
Na vier weken ziek te zijn geweest knapte de pup op en groeide weer wat. Zijn
gewicht was in die vier weken met drie ons verminderd. Hij was dan ook vel over
been.
|
4. De pup werd ziek toen ze acht weken oud was. De eerste symptomen waren kleine kale randjes rond de ogen. De volgende dag ontstonden er blaasjes op de oogleden en in de oren. Temperatuur 39.3 De pup werd behandeld met Lyncomycine en zinkzalf. ( N.B. Dit geval dateert van 1981 ).
Gedurende de daarop volgende
week ontstonden ook blaasjes op en rond de vulva en anus en rond de mond. De
dierenarts gaf te kennen, dat hij de ziekte niet herkende en zou daarom de
diergeneeskundige faculteit in Utrecht bellen. Twee dagen later kon de pup niet
meer staan. Ze at wel, was ook aangekomen. Bleef attent. De daarop volgende dag
at ze minder goed, haar buik, halsklieren en voetzolen waren gezwollen.De ontlasting en urine leken
normaal. Temperatuur 39.4
De dierenarts had nog geen tijd kunnen vinden om naar
Utrecht te bellen.
De tijd leek gekomen om zelf een andere dierenarts in te schakelen. Deze onderzocht de pup uitvoerig. Hij hield de pup onder meer onder U.V.-licht om te bekijken of er schimmels in het spel waren hetgeen niet het geval bleek te zijn. Ook werd de pup nagekeken op Demodex, uitslag eveneens negatief.
De dierenarts schreef een homeopathische behandeling voor, bestaande uit;
7.00 uur : Arnica D6 vijf korrels, Sulfur D12 vijf korrels, Natrium M. D 12 vijf korrels, Gloveticol voor rond de ogen, Hydrocortiderm voor de kale plakken.
12.00 uur : Balladonna D6 vijf korrels, Sulfur D12 vijf korrels, Natrium M. vijf korrels, Echinaforce vijf druppels in water, Gloveticol.
22.00 uur : Belladonna D 6 vijf korrels, Sulfur D12 vijf korrels, Natrium M. vijf korrels, Echinaforce, vijf druppels in water, Gloveticol, Hydrocortiderm. In geval van een verhoogde temperatuur kreeg de pup Lincomycin.
Ze werd genezen verklaard zes weken na het optreden van de eerste symptomen. Wel had ze toen nog een aantal kale plekken, maar die zijn later verdwenen.
5. De pup was acht weken toen ontdekt werd, dat ze ziek was. Achteraf gezien moest ze al eerder ziek geweest zijn, want ze was al een paar dagen wat timide en er was een heel klein bobbeltje op één van haar oogleden gezien. De andere vier pups waren in orde.
Zij hebben de ziekte dan ook niet gekregen !
De eerste symptomen waren een opgezette vulva, wel 3 maal dikker dan normaal, vieze ogen, troebele urine met kristallen. De oren waren opgezet en vies. Rond de mond ontstonden bobbeltjes. Temperatuur 40.0. De diagnose was blaasontsteking en een Staphylococcen-infectie. De pup kreeg een infectie met aticbiotica en Synulox-tabletten. Twee dagen later had de pup veel last van jeuk in de oren. Daartegen kreeg ze Basiconline-druppels. Drie weken na de ontdekking, dat de pup ziek was, had de ziekte haar hoogtepunt bereikt. Het lichaampje van de pup was overdekt met circa dertig grote en kleine puisten. Inmiddels had de pup diverse antibioticakuren gehad, die niet het gewenste resultaat hadden. Gewapend met raadgevingen van andere fokkers bracht men wederom een bezoek aan de dierenarts. De behandeling werd aan de hand daarvan voortgezet met Clindamycine. Ook kreeg de pup twee injecties met een weerstandverhogend middel.
De oren en de mond werden verder behandeld met Basicolinedruppels. Dit had succes, maar het genezingsproces was erg langdurig.
Om de bulten en de daarna ontstane wonden te behandelen werd een oplossing van Calendula tinctuur in gekookt lauw water gebruikt en lauwe Zweedse kruidencompressen. Nadat begonnen was met de behandeling met Clindamycine kwamen er geen nieuwe bulten meer bij.
De grotere gingen toch nog open maar de kleinere gingen spontaan weg. Het duurde in totaal vijf weken, voordat de pup genezen was, afgezien van de vachtgroei.
De dierenarts had geen verklaring voor het ontstaan van de ziekte. Naar zijn mening was de ziekte niet besmettelijk, nog had deze iets met erfelijkheid te maken. Een bijkomend probleem was, dat de zieke pup niet met haar nestgenootjes kon spelen, omdat tijdens het spel de net genezen wondjes weer open gingen. Behalve dat de pup dus een intensieve verpleging nodig had, besteedde men er nog veel tijd aan met haar te spelen.
Het is geenszins de bedoeling aspirant-fokkers met deze ervaringen de stuipen op het lijf te jagen. Nogmaals, de ziekte komt niet vaak voor, de verzamelde gegevens zijn van de afgelopen acht jaar. Ze hebben betrekking op in Nederland gefokte nesten !
Uit overleg met diverse diensartsen kwam naar voren, dat de ziekte bij meerdere rassen voorkomt !
Daar de eerste symptomen van meerdere ziekten overeenkomen, wordt het stellen van de juiste diagnose bemoeilijkt. Uitvoerig onderzoek is daarom noodzakelijk. In voorgaande voorbeelden werden een aantal mogelijkheden uiteengezet. Ook het vaststellen van het juiste antibioticum
hoeft geen kwestie van uitproberen te zijn. Het verdient de voorkeur aan de dringen op het maken van een antibiogram, waarin wordt vastgesteld, welke het meest geschikte antibioticum is !
|
De oorzaak van het ontstaan van de ziekte is niet bekend, voor veel ziekten geldt, dat ze met name ontstaan bij diegene, die op dat moment wat minder weerstand heeft. Dit houdt niet automatisch in dat de bewuste pup een zwak hondje zou zijn. Bij het verzamelen van gegevens over deze ziekte zijn we ook ingegaan op voeding, nestgrootte, ontwormen, enten, tatoueren etcetera. We vonden géén overeenkomsten, die ons aan deden nemen dat één van deze aspecten een wezenlijke rol bij het ontstaan van Head Gland Disease zou spelen.
Tip: Eén van de betrokken fokkers gaf het advies een zieke pup, die nog in het stadium is waarin men de ziekte nog niet met zekerheid kan stellen Echinaforce te geven. Dit homeopathische middel werkt weerstandverhogend !!
Bij deze willen we de fokkers, die zo vriendelijk waren mee te werken aan het verzamelen van voorgaande gegevens hartelijk danken voor hun hulp !
Hopelijk helpt meer bekendheid met Head Gland Disease mee aan een snel herkennen van de ziekte. De langdurige en voor de pup pijnlijke behandeling kan hierdoor wellicht bekort worden !!
Auteur Ineke Essens/Boef
Sheltie Shelter September 1989
Hieronder nog een verslag van een pup met puppiestrangles !
Vrijdag 28-08-2009 Pup heeft pukkels in de oren, 2e enting gehad,op de pukkels werd niet of weinig gereageerd door de dierenarts.
31 08-2009 De pup heeft een vuurrood oortje en heeft Otifin gekregen om het in te druppelen, ook nu werd
er gereageerd van , zal wel een lichte ontsteking zijn.
04-09-2009
De pup is weer naar de dierenarts geweest,
inmiddels waren er ook pukkels op zijn kin en kreeg antibiotica (
Enrofloxoral )
06 -09-2009
Weer naar een dierenarts ( het was natuurlijk weekend ) geadviseerd
door Amanda van Grundele en deze dierenarts heeft de pup een
Pukkels op ooglidranden, binnenkant oren, om de lippen en ook zijn
er nu pukkeltjes op zijn buikje. Temperatuur 39.3.
07-09-2009
Naar dierenkliniek WHG Bron geweest en daar werd eindelijk de juiste
diagnose die ik al die tijd aangaf vastgesteld ,
De pup heeft een antibioticaspuit ( Convenia ) gehad die 10 dagen
werkt, daarnaast prednisolon 10 dagen 1 tablet.
Over 14 dagen terug komen voor een 2e antibioticaspuit.
Kapje opgedaan om meer schade aan het snuitje en oren te voorkomen .
08-09-2009 Oogranden lijken minder hard en gezwollen en de pukkeltjes op zijn buikje zijn verdwenen. De pup is vrolijk en wil een stukje wandelen wat hem erg beviel :-)
Kapje laat hij lief omdoen en ook de verzorging ( de plekken wassen
met betadine shampoo ) laat hij heel gemoedelijk toe !
14-09-2009 17-09-2009
Vandaag krijgt de pup ½ tablet prednison
, hij heeft dan 10 dagen op één hele tablet gezeten.
21-09-2009
Vandaag naar de dierenkliniek geweest en
de dierenarts was erg blij met de vooruitgang van de pup, de
28-09-2009
01-10-2009 05-10-2009 De pup moest vandaag voor zijn laatste controle en is volledig genezen verklaard !
Speciale dank aan : dierenkliniek het Ossehoofd in Heerhugowaard en dierenkliniek WHG Bron in Alkmaar voor al hun goede zorgen !
|