HET VOOR EN TEGEN VAN STERILISATIE BIJ DE TEEF
Onder sterilisatie van de teef verstaan wij meestal het in zijn geheel wegnemen
van de baarmoeder en de eierstokken. Tegenwoordig zijn er ook technieken waarbij
alleen de eierstokken worden weggenomen, maar in dit artikel wordt uitgegaan van
de eerstgenoemde methode. De redenen om een teef te laten steriliseren zijn
legio, net als voor de castratie van de reu.
De één wil van de loopsheidsproblemen af, de ander wil een verminderd risico op baarmoederontsteking en melkkliertumoren en weer een ander hoopt, dat zijn hond na de ingreep rustiger wordt. Een aantal van de belangrijkste gevolgen van de sterilisatie zijn in dit artikel op een rijtje gezet.
![]() |
De intacte teef: Hiermee bedoelen we een teef die nog haar baarmoeder en
eierstokken bezit. Als alles goed is heeft zo'n teef één à twee keer per
jaar een periode van loopsheid. Ze is in deze periode vruchtbaar en zal in
de meeste gevallen een dekking toestaan. In elke loopsheid, dus ook de
eerste, is er een vruchtbare periode. Veel teven zijn er in deze periode ook
zelf op uit om gedekt te worden. Dit gedrag levert een eigenaar soms flinke
problemen op, daar de dame dan minder geneigd zal zijn om naar hem/haar te
luisteren. Sommige teven worden ook wat slomer. In de daarop volgende
periode van ongeveer twee maanden is de teef al dan niet drachtig. Als ze
niet drachtig is, kan een teef wel schijnzwanger worden. Ook hierbij
verandert het gedrag, de teef gaat nestgedrag vertonen en sleept todjes en
beestjes of zelfs schoenen mee naar haar slaapplaats. De sloomheid en de
tuttigheid blijft, soms gaat ze slechter eten of wordt wat "narrig". Het
gedrag verdwijnt weer vanzelf na een aantal weken. In een periode van
schijnzwangerschap kunnen ook de melkklieren opgezet zijn en zelfs melk
geven. Ook dit verdwijnt weer vanzelf. Dit alles kan soms versneld verholpen
worden door bepaalde medicatie, een beetje minder eten en meer beweging
geven.
Lichamelijke gevolgen van sterilisatie: De gedragingen en uiterlijke
kenmerken zoals hierboven beschreven verdwijnen na de sterilisatie. Dit is
voor de meeste mensen dan ook de reden tot het laten doen van deze ingreep.
Maar wat verandert er nu daadwerkelijk bij de sterilisatie, zowel in
positieve als in negatieve zin?
De positieve veranderingen hebben we deels al gehad. Zo wordt de hond niet
meer loops, dus geen vervelende reuen meer achter de teef aan, geen
bloedverlies meer, geen gedragsveranderingen van de teef tijdens de
loopsheid, geen schijnzwangerschap meer en geen kans op ongewenste
dekkingen. Het is natuurlijk ook een groot voordeel, dat de teef geen
baarmoederontsteking kan krijgen en indien de teef jong gesteriliseerd
wordt, neemt ook de kans om later melkkliertumoren te krijgen af. Met jong
wordt dan bedoeld voor de eerste of tussen de eerste en de tweede loopsheid.
Als de teef op latere leeftijd gesteriliseerd wordt, neemt de kans op die
tumoren minder af.
Er zijn natuurlijk ook negatieve aspecten aan een sterilisatie. Zo gaat het
lichaam na de ingreep wat efficiënter om met de energie, die via de voeding
binnenkomt. Dit houdt in, dat de hond met minder eten toe kan. Zou de hond
evenveel eten krijgen als voor de operatie, dan krijgt de hond te veel en
gaat dat omzetten in vet: de hond wordt dus dikker.
In het algemeen kun je er van uitgaan, dat een teef ongeveer 10 tot 20%
minder eten nodig heeft, natuurlijk is dit wel afhankelijk van de
lichamelijke inspanning van de hond en de omgevingstemperatuur. Verder kan
de hond een wat zachtere en gekrulde vacht ontwikkelen na de sterilisatie.
Ook lijkt het vaak alsof de vacht zijn waterafstotende kwaliteit enigszins
verliest. De hond blijft nat en er zal dus meer aandacht gegeven moeiten
worden aan het afdrogen. Dit is natuurlijk weer afhankelijk van de
vachtsoort. Het blijkt ook, dat een aantal teven na sterilisatie in zekere
mate (onbewust) onzindelijk worden. Ze kunnen de urine niet meer zo goed
ophouden. Dit komt, omdat de blaaskringspier onder invloed staat van de
vrouwelijke geslachtshormonen. Vallen deze weg, dus na het weghalen van de
eierstokken, dan wordt deze kringspier iets minder sterk. Als de hond dan
een volle blaas heeft en bijvoorbeeld gaat liggen, dan
kan deze spier de druk van de blaas soms niet helemaal goed aan en laat wat
urine weglopen.
Dit kan de eigenaar opvallen, omdat de mand of het kleedje wat nat is. Ook
als de opwinding bij de hond groot is of als de hond tegen je opspringt, kan
ze wat urine verliezen. Dit gaat vaak druppelsgewijs, maar lastig blijft
het. Gelukkig bestaan er medicijnen, die dit probleem geheel of gedeeltelijk
kunnen oplossen. Dit probleem komt ook niet bij alle rassen even vaak voor.
Met name de grotere zwaardere rassen, zoals de Boxer, de Newfoundlander of
de Berner Sennenhond, lijken hier vaker last van te hebben, hoewel het
natuurlijk bij elke teef kan voorkomen.
Gedragsveranderingen ten gevolge van sterilisatie: Een gesteriliseerde teef
wordt dus niet meer loops of schijnzwanger en zal de gedragingen die daar
mee te maken hebben niet meer vertonen. Dit zal voor veel mensen een
opluchting zijn. Er kan echter nog meer veranderen in het gedrag. Het
blijkt, dat teven die niet meer onder de invloed staan van oestrogenen, de
vrouwelijke geslachtshormonen, wat vaker dominant gedrag laten zien en zelfs
wat agressiever kunnen worden. Bij teven die vóór de sterilisatie een zekere
mate van onderdanig gedrag vertonen of zelfs een beetje een "watje" zijn,
kan hierin wat verandering optreden. Ze tonen dan iets vaker "dominant"
gedrag en lijken wat "sterker" te zijn geworden. Dit is over het algemeen
geen probleem, als de hond een goede relatie heeft met de eigenaren en er
geen andere dominante honden aanwezig zijn in het gezin. Anders wordt het,
als de hond binnen het gezin leeft met meerdere honden en zelf één van de
ranglageren is. Indien de gesteriliseerde hond als gevolg van de met de
operatie samenhangende gedragsverandering wat hogerop in de rangorde wil
komen, kunnen er rangordeproblemen ontstaan, die door de eigenaren goed
ingeschat moeten worden. Ook kun je problemen verwachten, als de geopereerde
hond een teef betreft, die al vaker dominant gedrag heeft laten zien,
bijvoorbeeld naar andere honden of kinderen. Bij dergelijke teven kun je je
afvragen, of sterilisatie wel zo verstandig is, zeker als er geen specifieke
medische indicatie (zoals een baarmoederontsteking) is.
Al met al genoeg stof om na te denken of een sterilisatie nu wel of geen
goed plan is voor een teef. Als je er na het lezen van dit artikel zelf nog
niet uitkomt, is het wellicht verstandig om van tevoren met een dierenarts
en/of gedragsdeskundige te praten.
Uit het blad van de Nederlandse Herdershonden Club
|